Na mijn eerste blogpost weten jullie in wat voor buurt ik ongeveer woon: Maadi. Maar dit gaat meteen alweer veranderen, want ik heb samen met een huisgenoot Wassie hier een nieuw appartement in Doqqi gevonden. Dat is aan de andere kant van de Nijl en bovendien dichter bij het centrum. We verhuizen op of voor 1 november, dus tegen die tijd meer informatie over de nieuwe omgeving. Nog een nieuwtje, ik heb me ingeschreven voor een avondcursus Egyptisch Arabisch, gewoon om wat meer systematisch met taalverwerving bezig te zijn. Het zijn leuke lessen, tweemaal per week op zondag en dinsdag en bovendien met een leuke groep mensen. Goeie zet dus!
Deze post zal ik wat vertellen over mijn werk. Ik ben vooral naar Cairo gekomen om mijn Arabisch te verbeteren en me voor te bereiden op mijn minor aan het Nederlandse Instituut op Zamalek. Om mijn tijd hier te vullen en om wat nuttigs te doen wilde ik een stage doen en ik heb een plek gevonden bij een Egyptische NGO. Zij doen vooral ontwikkelingswerk in de breedste zin van het woord. Ze werken zowel in Cairo als daarbuiten aan dingen als emancipatie van vrouwen, het bestrijden van kinderarbeid, beroepsonderwijs geven aan mensen om hun economische positie te verbeteren. Maar aan de andere kant verbetert mijn werk ook sanitair en zijn ze zelfs bezig met een organisch landbouwprogramma, waar recent een oogst was van 5000 kilo pinda’s!
Omdat mijn Arabisch nog lang niet goed genoeg is om zelf workshops en dergelijke te geven, ondersteun ik vooral hun bezigheden op kantoor in Cairo. Ik werk ondermee aan hun nieuwe website (de huidige is hopeloos verouderd), ik onderhoud contacten met een organisatie voor solidair toerisme en ik doe ad hoc taken op kantoor (vertalen en Engels checken). Ik werk vier dagen per week, waardoor ik een lekker lang weekend van drie dagen heb, genoeg om tripjes te maken, of zoals ik tot nu toe het meest heb gedaan, lekker niks te doen, of te werken aan mijn arabisch en andere dingen. Een goede balans dus.
Op en neer naar mijn werk is elke dag een nieuw avontuur, ook al begin ik nu langzaam te wennen aan deze manier van transport. Waar ik in Nederland gewoon alles op de fiets kon doen (nostalgisch momentje naar fietsen in het algemeen) gebruik ik hier de benenwagen (haha, ik moest dit woord even gebruiken!), de metro en de minibus. Het begint met een wandeling naar de metro, dat ongeveer 10 minuten duurt. Nu, na een paar weken, herken ik steeds meer mensen en zij herkennen mij. Zo is er bijvoorbeeld een oude man –type ‘sjeik’- die halverwege zit, altijd met waterpijp, en die wenst me elke morgen ‘Sabah al-Khayr’ (Ochtend van het Goede), waarop ik routineus reageer met ‘Sabah an-Nour’ (Ochtend van het Licht). Dit is de meest standaardgroet, maar er zijn vele variaties mogelijk, zoals ‘Morgen van de Regenboog’, ‘Morgen van Bonen’ of ‘Morgen van Room’. Dat maakt Arabisch nou leuk! [Toen ik dit even verifieerde op internet kwam ik nog betere opties tegen, zoals ‘Morgen van Slaap’, ‘Morgen van Rozen’ enz. enz. Bovendien kwam ik er achter dat blog-schrijvende mensen hier altijd aandacht aan besteden en daarna vertellen hoe leuk ze Arabisch vinden… Ik kan helaas niet altijd origineel zijn!
De metrolijn die ik hier gebruik is een beetje een nepperd, want voor het grootste gedeelte gaat hij bovengronds. Meestal zijn er dan twee loopbruggen, eentje binnen het station en eentje over het station heen. Die binnen het station is bij mijn stop ‘Hadayek al Maadi’ kapot, en dus kan ik elke dag eerst over de andere brug, zodat ik aan de goede kant van het spoor het metrostation inga. Entree: 1 pond en dat is 12,5 eurocent. Fijn. Ik kan de tweede stop er al uit, dus na Dar as-Salam komt Zahraa al in beeld. Als ik me goed positioneer (vlak voor de deuren) dan wordt ik er automatisch uitgedrukt als de metro vol is. Binnenkomen vergt dan wat meer moeite.
In Zahraa moet ik een klein wandelingetje maken naar een groot verkeersplein en me daar strategisch opstellen om de minibus te nemen. De eerste keer dat ik dat probeerde stond ik op een totaal verkeerde plek en lukte het pas na een half uur om een goede minibus te nemen. Nu weet ik de juiste plek en kan ik elke minibus nemen die voorbij komt. Meestal duurt het dan ook maar minder dan 10 minuten voordat ik eentje heb die plaats heeft. Het ritje duurt vervolgens maar 5 minuten en kost een halve pond (6 cent). En als ik dan ook nog goed duidelijk maak waar ik er uit wil, dan stopt de minibus ook precies daar en dan ben ik bij de ingang van een soort wijkje, waar mijn werk is. Na vijf minuten lopen kan ik dan lekker genieten van de airco binnen. Ik zeg mijn collega’s gedag in het Arabisch (elke dag oefening!) en ga daarna aan het werk.
Als de dag weer voorbij is, en ik naar huis ga, moet ik het hele proces hierboven herhalen, maar dan in omgekeerde volgorde. Daar komt bij dat ik nog geen strategische plek heb gevonden om de minibus terug naar Zahraa te vinden. Er gaan daar namelijk meerdere minibussen in verschillende richtingen. Dus het is iets langer wachten en vooral advies inwinnen van de andere mensen die met me staan te wachten op een minibus.
Volgende keer: Doqqi en misschien ook wat meer over hoe een standaard werkdag er eigenlijk uitziet (want er is meer dan alleen de heen- en terugreis).